Rotterdam, klimaatadaptieve architectuurstad

Rotterdam staat bekend om zijn baanbrekende architectuur en imposante skyline. Nu steden overal ter wereld worstelen met de gevolgen van klimaatverandering, zijn de ogen opnieuw gericht op Rotterdam, en de klimaatadaptieve projecten die daar ontwikkeld worden.

Op het dak van het langste gebouw van Rotterdam komt een park. En niet zomaar een park. Het tracé, waar honderd jaar lang treinen af en aan reden, maar er al tien jaar verlaten bij ligt, wordt een weelderige, groene oase van twee kilometer lang. Langs deze route gaan inheemse gewassen groeien, bloemen bloeien, bijen zoemen, egels scharrelen, mensen wandelen en kinderen spelen. Het Hofbogenpark, zoals het gaat heten, wordt door DE URBANISTEN, DS landschapsarchitecten en de Dakdokters ontworpen als klimaatadaptief park, middenin de stad. Het wordt zo ingericht dat het maximaal verkoeling en beschutting biedt, CO2 opneemt en water opvangt. Het park werkt, kort gezegd, als een spons. Het Hofbogenpark een van de zeven stadsprojecten, waarmee Rotterdam inzet op een groenere, duurzamere woonomgeving.

Veerkrachtige stad

Dat Rotterdam voor de troepen uitloopt als het om klimaatadaptatie gaat, is niet zo gek. Als laaggelegen deltastad is Rotterdam immers extra kwetsbaar. Niet voor niets zette Rotterdam in 2016 de resilience strategy in, gericht op de weerbaarheid en veerkracht van de stad.

Maar er is nog een reden: sinds het bombardement op hun stad in 1940 weten de Rotterdammers niet anders dan dat ze hun schouders eronder zetten als dat nodig is. Aan het begin van de wederopbouw kozen ze voor de radicale weg: niet herstellen maar compleet vernieuwen. In de decennia die volgden kregen architecten alle ruimte om te experimenteren en te innoveren. Die can do-mentaliteit leverde vernieuwende architectuur op waar toeristen nog steeds graag voor naar Rotterdam komen. Van de kubuswoningen, het kabouterdorp en de allereerste galerijflat tot, later, de Erasmusbrug, de Markthal, Centraal Station en het Depot Boijmans Van Beuningen.

Radicale ideeën

Met dezelfde onverschrokkenheid en experimenteerdrift waarmee Rotterdam zijn moderne binnenstad bouwde, vliegt de stad nu de klimaatuitdaging aan. Architecten, ontwerpers en wetenschappers worden gestimuleerd samen te werken en innovatieve ideeën te ontwikkelen en testen. Zo kreeg een groep idealisten de sleutel van het voormalig tropisch zwemparadijs Tropicana om het om te toveren tot BlueCity, een voorbeeldstad voor de circulaire (blauwe) economie. Het biedt werkplaatsen en laboratoria aan start ups als Waterweg, dat waterdoorlatende tegels ontwikkelt, en BlueBlocks, dat biobased constructiematerialen produceert.

Ook op de oude haventerreinen M4H en RDM, die samen het nieuwe makers district van Rotterdam vormen, wordt volop gewerkt aan innovaties op het snijvlak van kunst, design en technologie. Een voorbeeld is Urban Reef, een start up die door veel te experimenteren met klei, mycelium, koffie, zaden en papierpulp, objecten print die de natuurlijke habitat van planten, insecten en dieren nabootsen. Deze kunnen we inzetten om de biodiversieit in de stad te vergroten. Ook in dit gebied ontwikkelen DE URBANISTEN, die ook het Hofbogenpark ontwerpen, een bijzondere groene zone. Zij maken van de stenige havenbekken in de Keilehaven een getijdenpark met terrassen van verschillende hoogten.

Waarde toevoegen

Klimaatadaptie is een belangrijk speerpunt in de doorontwikkeling van de stad, die de voor 2040 50.000 woningen wil gaan bijbouwen. De noodzaak de stad groener en blauwer te maken, lijkt in strijd met de vraag naar meer woningen. Maar de architecten in Rotterdam maken van de nood een deugd. Bureaus als MVRDV, Powerhouse, Superuse Studios, LOLA landscape en Mei architects and planners pakken de handschoen met veel ambitie en experimenteerdrift op. Ze laten met hun projecten zien dat ze het stadium van duurzaam bouwen gepasseerd zijn. Wat zij willen is regeneratief bouwen: niet alleen de schade van het bouwen voor mens, dier en planeet beperken, maar op alle vlakken waarde toevoegen.

Een voorbeeld van die ontwerphouding is SAWA, een woongebouw dat op de Rotterdamse Lloydpier verrijst en even esthetisch als innovatief is. Met dit ontwerp heeft Mei architects and planners zich niet blindgestaard op één ambitie, maar meerdere ambities gestapeld. SAWA is duurzaam, want opgetrokken uit hout, waardoor het CO2 opslaat in plaats van uitstoot. Het is circulair en zelfs remontabel; het gebouw kan uit elkaar, waarna de materialen opnieuw te gebruiken zijn. Bovendien is er in samenwerking met een ecoloog een goed doordacht groenconcept ontwikkeld, met privé buitenruimtes en een gezamenlijke moestuin. Al dat groen stimuleert de biodiversiteit, is gezond voor bewoners en heeft een belangrijke sociale component: in de moestuin ontmoet je elkaar. In 2024 moet SAWA af zijn. In datzelfde jaar kunnen de Rotterdammers ook hun eerste groene wandelingetje over het Hofbogenpark maken.

Afkoelen

Een plek waar de groene ontwikkeling van Rotterdam nu al volop zichtbaar is, is de Rijnhaven. Het is dé proeftuin voor drijvend bouwen, met het spectaculaire, door Powerhouse Company ontworpen Floating Office als trekpleister voor architectuurliefhebbers. Het gebouw is namelijk helemaal van hout, zelfvoorzienend en duurzaam, en drijft. Het VN-klimaatinstituut Global Center on Adaptation heeft er zijn hoofdkantoor gevestigd, en ook de architecten van Powerhouse Company werken vanaf deze locatie aan spraakmakende projecten wereldwijd. Ondertussen verrijst om hen heen een drijvend stadspark. Met grasvelden, bomen, planten en een heus stadsstrand. Lopen de temperaturen op? Dan kunnen de Rotterdammers hier een duik nemen in het water van de Maas.

Foto bovenaan (Schieblock) door Guido Pijper.
Dit artikel is geschreven door Elsbeth Grievink.

Mijn favoriete venues (0)